Nieuws

Maatregelen Coronavirus

Economische maatregelen met betrekking tot het coronavirus

datum 17-03-2020

ARBEID

Werktijdverkorting

De werktijdverkorting-regeling (wtv-regeling) is met onmiddellijke kracht ingetrokken en er wordt gewerkt aan een nieuwe Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud (NOW).

Wat houdt de tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud (NOW) in?

Werkgevers die te maken hebben met tenminste 20% verwacht omzetverlies, kunnen – gerelateerd aan het omzetverlies – bij het UWV voor een periode van 3 maanden een tegemoetkoming in de loonkosten aanvragen ter hoogte van maximaal 90% van de loonsom. Deze periode kan éénmalig (onder nader te bepalen voorwaarden) worden verlengd met nog een keer 3 maanden.

 Werkgevers betalen het loon aan betrokken werknemers 100% door.

 UWV zal een voorschot verstrekken van 80% van de gevraagde tegemoetkoming. Hierdoor kunnen bedrijven hun personeel blijven doorbetalen. Voorwaarde is dat er geen personeel ontslagen mag worden om bedrijfseconomische redenen in de subsidieperiode.

Achteraf wordt vastgesteld wat het daadwerkelijke verlies in omzet is geweest. Voor grote aanvragen is hierbij een accountantsverklaring vereist. Bij de definitieve vaststelling van de tegemoetkoming vindt een correctie plaats indien er sprake is geweest van een daling van de loonsom. Op basis van de te verstrekken gegevens kan derhalve achteraf worden vastgesteld of het voorschot te ruim of te beperkt is geweest, en kan de definitieve tegemoetkoming worden vastgesteld. Daarbij zal nabetaling of terugvordering aan de orde kunnen zijn.

Voor wie kan een aanvraag worden ingediend?

De tegemoetkomingsregeling voorziet in ondersteuning in de vorm van tegemoetkoming in de loonkosten van vaste werknemers en werknemers met een flexibel contract voor zover zij in dienst blijven gedurende de aanvraagperiode. Werkgevers kunnen dus ook werknemers met flexibele contracten met behulp van de tegemoetkoming in de loonkosten in dienst houden. Ook uitzendbureaus kunnen voor uitzendkrachten die bij hen in dienst zijn een een aanvraag indienen.

Vanaf wanneer kan een aanvraag worden ingediend?

Ondernemers kunnen de tegemoetkoming aanvragen voor een omzetdaling vanaf 1 maart. De Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud wordt zo spoedig mogelijk opengesteld. Zodra bekend is vanaf wanneer aanvragen kunnen worden ingediend bij het UWV, wordt hier onmiddellijk breed bekendheid aan gegeven.

Wat gebeurt  er met reeds ingediende wtv-aanvragen?

Reeds ingediende wtv-aanvragen worden beschouwd als ingediende aanvragen voor de nieuwe regeling; wel zal aanvullende informatie opgevraagd worden bij de indieners.

Extra tijdelijke ondersteuning voor gevestigde ondernemers, zzp’ers

Het kabinet komt met een tijdelijke voorziening voor drie maanden die zo snel mogelijk ingaat om zelfstandige ondernemers met financiële problemen te ondersteunen.

De regeling wordt uitgevoerd door gemeenten. Ondersteuning kan worden aangevraagd in de vorm van een aanvullende uitkering voor levensonderhoud en/of voor bedrijfskapitaal.

De uitkering voor levensonderhoud vult het inkomen aan tot het sociaal minimum en hoeft niet te worden terugbetaald. Ook is er geen sprake van een vermogens- of partnertoets.

Op een lening voor bedrijfskapitaal tegen een verlaagd rentepercentage kan een beroep worden gedaan om liquiditeitsproblemen op te lossen.

WW-premiedifferentiatie

Zoals bekend betalen werkgevers per 1 januari 2020 als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab), een lage WW-premie voor vaste contracten en een hoge WW-premie voor flexibele contracten. In die regeling is ook opgenomen dat werkgevers met terugwerkende kracht de hoge WW-premie moeten afdragen voor vaste werknemers die in een kalenderjaar meer dan 30% hebben overgewerkt. Omdat deze bepaling nu tot onbedoelde effecten kan leiden in sectoren waar door het coronavirus veel extra overwerk nodig is (bijvoorbeeld de zorg), zal dit worden aangepast.

Verder wordt de periode die werkgevers hebben om een vaste arbeidsovereenkomst op schrift te stellen waaruit blijkt dat een werknemer reeds op 31 december 2019 voor onbepaalde tijd in dienst was om te voldoen aan de voorwaarden voor de lage WW-premie verlengd van 1 april 2020 tot 1 juli 2020. De gedachte hierachter is dat het de komende weken niet voor alle werkgevers praktisch mogelijk zal zijn om aan die voorwaarde te voldoen.

Noodloket

Er wordt gewerkt aan een noodloket voor de tegemoetkoming in de vorm van een gift voor de eerste nood bij ondernemers die direct zijn getroffen door overheidsmaatregelen ter bestrijding van de coronacrisis en die hun omzet daardoor geheel of grotendeels zien verdwijnen. Het gaat hierbij om eet- en drinkgelegenheden en andere etablissementen die het grootste deel van hun activiteiten noodgedwongen moeten staken. De tegemoetkoming betreft een eenmalig forfaitair bedrag van € 4.000 voor een periode van drie maanden. De voorwaarden worden op dit moment uitgewerkt.

FISCAAL

Fiscale maatregelen ter bevordering van de cashflow

Bijzonder uitstel van betaling

Er kan worden geopteerd voor bijzonder uitstel van betaling bij de Belastingdienst. Het kan gaan om uitstel van betaling voor de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting en loonbelasting. De ondernemer, of diens adviseur, hoeven niet langer meteen door een verklaring van een derde-deskundige te motiveren dat de ondernemer door het coronavirus in betalingsproblemen is gekomen. Bij binnenkomst van dit verzoek wordt zal invordering stop worden gezet. Deze verzoeken worden op een later tijdstip inhoudelijk beoordeeld. 

Belastingrente en invorderingsrente

Tijdelijk zal de invorderingsrente worden verlaagd van 4% naar 0,01%. Daarnaast zal voor alle belastingschulden de belastingrente zo snel mogelijk worden verlaagd naar 0,01%. Op dit moment bedraagt de belastingrente voor de vennootschapsbelasting 8% en voor de overige belastingen 4%. De verwachting is dat de belastingrente wordt verlaagd vanaf 1 juni 2020 en voor de inkomstenbelasting vanaf 1 juli 2020.

Tijdelijke regeling geen verzuimboete

Door de Belastingdienst zal in de komende periode (deze periode is niet nader gespecificeerd) afzien van het opleggen van verzuimboetes voor (niet) tijdig betalen. Daarnaast worden opgelegde verzuimboetes teruggedraaid. Wij merken op dat geen sprake lijkt van uitstel voor het tijdig indienen van de aangifte.

Verlagen voorlopige aanslag

Indien van toepassing kunnen voorlopige aanslagen voor de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting over het jaar 2020 op verzoek worden verlaagd.

Afgedragen btw terugvragen

Indien afnemers niet meer kunnen voldoen aan hun verplichtingen zou mogelijk onder voorwaarden afgedragen btw kunnen worden teruggevraagd.

Voorlopige verliesverrekening

Dreigt in het huidige (boek)jaar een verlies te worden gemaakt en is in het voorafgaande jaar winst gemaakt, dan kan onder voorwaarden worden verzocht om voorlopige verliesverrekening. U hoeft dan niet te wachten tot de aangifte definitief is vastgesteld. De voorlopige verliesbeschikking bedraagt maximaal 80% van het verrekenbare verlies.

Overige maatregelen ter bevordering van de cashflow | Regelingen liquiditeitsproblemen

MKB

Door de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat wordt in eerste instantie aangegeven dat bedrijven samen oplossingen kunnen zoeken in de vorm van overbruggingskredieten, opschorten van aflossing en rentebetalingen en dergelijke. Daarnaast zal de borgstelling MKG-kredieten worden verruimd. In de huidige regeling is dit van 50% van het krediet van de financier. De borg van de overheid is 90%. De 50% borgstellingskrediet zal worden opgerekt naar 75% borgstellingskrediet. Deze tijdelijke maatregel zal gelden tot 1 april 2021.

Toeristensector

Voor de toeristensector wordt in overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten bezien of de inning van voorlopige aanslagen toeristenbelasting kan worden stopgezet.

Indien u vragen heeft dan horen wij het graag.

Bron: Buren Legal
Verder lezen

Update Entreef btw naar 9%

Vandaag is er door de Eerste Kamer gestemd over het belastingplan 2019. Het belastingplan is aangenomen en daarmee is de verhoging van het lage btw tarief naar 9% een feit.

De update die in Entreef de verhoging regelt is klaar. Abonnementhouders zullen de update binnenkort ontvangen. Heeft u geen abonnement, maar wilt u wel de update ontvangen, neem dan contact op met Esteem.

Verder lezen

Medisch specialist in maatschap is ondernemer

X heeft voor diverse medisch specialistische handelingen voor de maatschap mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie op naam van die maatschap declaraties ingediend bij de ziekenhuisadministratie. X was geen maat in die maatschap. X kreeg van het ziekenhuis 50% van het bij de zorgverzekeraar gedeclareerde bedrag uitbetaald. In geschil is het ondernemerschap. Hof Arnhem-Leeuwarden overwoog dat niet kan worden gezegd dat X haar werkzaamheden in het ziekenhuis zelfstandig en voor eigen rekening en risico heeft verricht en daarbij ondernemersrisico liep. Tegen dit oordeel heeft X met succes cassatieberoep ingesteld. Het hof heeft zijn oordeel gebaseerd op de omstandigheden dat X declareerde op naam van de maatschap en geen eigen declaratierecht had, en dat zij van de gedeclareerde bedragen ‘slechts’ vijftig percent kreeg uitbetaald. Aan deze omstandigheden kon het hof echter niet zonder meer de conclusie verbinden dat X niet aan het zelfstandigheidscriterium voldeed. Het hof diende deze omstandigheden te bezien in samenhang met de vereisten van continuïteit en het lopen van ondernemersrisico (vgl. HR 11 juli 2003, ECLI:NL:HR:2003:AH9774). Over de continuïteit van de werkzaamheden van X heeft het hof echter niets vastgesteld. Verder is zonder nadere motivering onbegrijpelijk waarom het risico dat X liep doordat zij geen inkomsten genoot indien zij niet voor de werkzaamheden werd ingezet, in dit verband van geen betekenis zou zijn. De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof Den Bosch, HR 30 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2203.

De reden waarom medisch specialisten in 2015 de bv in gingen en coöperaties gingen opzetten, was dat zij het recht om zelfstandig aan de zorgverzekeraars te declareren kwijtraakten. De gedachte was dat dit het einde van hun fiscale ondernemerschap zou inluiden. In deze zaak was voor rechtbank en hof de afwezigheid van het zelfstandige declaratierecht de doorslaggevende reden om X het fiscale ondernemerschap te ontzeggen. De Hoge Raad maakt daar ons inziens terecht korte metten mee. Hieruit kan worden afgeleid dat de hiervoor genoemde herstructureringen niet nodig zijn geweest.

Verder lezen

Gebruikelijk loon medisch specialisten 2018 (vervolg)

Het gebruikelijk loon van medisch specialisten voor 2018 is vastgesteld op €130.950, verhoogd met 75% van de eventueel van toepassing zijnde verplichte bijdrage aan het beroepspensioenfonds. Het voorgaande is gebaseerd op het loon voor medisch specialisten volgens de Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten onderdeel van de ziekenhuis CAO van €174.600. De privé verschuldigde pensioenpremie is aftrekbaar in de IB, wat ook geldt voor de medisch specialist in bv-vorm.

Volgens de belastingdienst zou het gebruikelijk loon voor de medisch specialist in 2018 als volgt berekend moeten worden:

Het loon voor een medisch specialist is volgens deze cao € 174.600. In dit bedrag is al rekening gehouden met de verhogingen per 1 juli 2017 en 1 juli 2018. Als de medisch specialist de verplichte bijdrage aan het beroepspensioenfonds zelf betaalt, wordt dit loon verhoogd met die bijdrage (=x).

(1) Daarmee wordt het gebruikelijk loon voor een medisch specialist in 2018:

  • 75% van € 174.600 = € 130.950
  • 75% van (€ 174.600 + x) = € 130.950 + 0,75 * x (als de medisch specialist de bijdrage aan het beroepspensioenfonds zelf betaalt)

Stel de pensioenpremie is € 20.000,-, Dank komt het gebruikelijk loon voor 2018 uit op:

75% van € 174.600 plus 75% van € 20.000 =         € 145.950

Ik ben het niet eens met dit standpunt van de belastingdienst. In de cao ziekenhuizen 2017-2019 wordt namelijk op pagina 31 beschreven dat de werkgever voor 50% de premie voor zijn rekening neemt. Het zou dan voor de hand liggen om dan ook de pensioenpremie voor 50% te tellen in de berekening van het gebruikelijk loon.

(2) Daarmee wordt het gebruikelijk loon voor een medisch specialist in 2018:

75% van € 174.600 plus 75% van € 10.000 =         € 138.450

Gesteld kan worden dat de verhoging van de grondslag met de pensioenpremie achterwege kan blijven omdat pensioen niet tot het loon behoort. Ook de fiscus heeft in het verleden dit standpunt ingenomen. Vergelijking de volgende opmerking van de staatssecretaris in de mededeling van 9 augustus 2011, nr. DGB 2011-4365 inzake intrekking van de procedure Hoge Raad nr. 2011/03022 n.a.v. uitspraak Hof Den Bosch van 27 mei 2011, nr. 10/00478: “In de wetsgeschiedenis wordt uitdrukkelijk aangesloten bij het loon in de zin van art. 10 Wet LB 1964. Pensioen behoort niet tot het loon in de zin van art. 10.” In de vaststellingsovereenkomst uit 2015 wordt bij de vaststelling van het gebruikelijk loon ook geen rekening gehouden met de pensioenpremie.

(3) Daarmee wordt het gebruikelijk loon voor een medisch specialist in 2018:

75% van € 174.600 =         € 130.950

Tot slot zou je nog een stap verder kunnen gaan. Als alleen naar de loonstrook van de Medisch Specialist in loondienst wordt gekeken en pensioen niet tot het loon behoort, zou je tot de volgende berekening van het gebruikelijk loon kunnen komen:

(4) €174.600 minus de €10.000 eigen bijdrage pensioen = € 164.400. 75% daarvan =        € 123.300
Deze laatste redenatie (4) gaat mij eigenlijk een stap te ver. Als pensioen niet tot het loon behoort, dat geldt dit voor zowel de bijtelposten als aftrekposten.

Conclusie

Op grond van bovenstaande zou ik standpunt (3) prima te verdedigen vinden. Daarmee zou het gebruikelijk loon van een ervaren medisch specialist voor 2018 uitkomen op € 130.950

Verder lezen

Gebruikelijk loon medisch specialisten voor 2018 vastgesteld

Op 23-01-2018 heeft de belastingdienst het volgende bericht gepubliceerd:

Wij hebben het gebruikelijk loon van medisch specialisten in 2018 vastgesteld. Het gebruikelijk loon is € 130.950, eventueel verhoogd met de verplichte bijdrage aan het beroepspensioenfonds.

Om het gebruikelijk loon vast te stellen zijn wij uitgegaan van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Voor medisch specialisten is dat het loon op basis van de Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten (AMS). Deze regeling is onderdeel van de cao Ziekenhuizen 2017-2019.

Het loon voor een medisch specialist is volgens deze cao € 174.600. In dit bedrag is al rekening gehouden met de verhogingen per 1 juli 2017 en 1 juli 2018. Als de medisch specialist de verplichte bijdrage aan het beroepspensioenfonds zelf betaalt, wordt dit loon verhoogd met die bijdrage (=x).

Daarmee wordt het gebruikelijk loon voor een medisch specialist in 2018:

  • 75% van € 174.600 = € 130.950
  • 75% van (€ 174.600 + x) = € 130.950 + 0,75 * x (als de medisch specialist de bijdrage aan het beroepspensioenfonds zelf betaalt)

Een lager gebruikelijk loon is alleen mogelijk als daar een goede reden voor is. Bijvoorbeeld als er verschil in loon is op basis van anciënniteit of inschaling.

Wat opvalt is da de belastingdienst nu een toeslag opneemt als de medisch specialist de verplichte bijdrage aan het beroepspensioenfonds zelf betaalt. Dat is in bijna alle gevallen natuurlijk zo. Dit bedrag kan als negatief loon in de aangifte inkomstenbelasting worden verwerkt. Echter het is de vraag of het wel terecht is dat de belastingdienst het volledige bedrag van de SPMS premie meerekent. In de cao ziekenhuizen 2017-2019 wordt namelijk op pagina 31 beschreven dat de werkgever voor 50% de premie voor zijn rekening neemt. Het zou dan voor de hand liggen om dan ook de SPMS premie voor 50% te tellen in de berekening van het gebruikelijk loon.

Verder lezen